Blokzijl
Aangekomen bij het stadje Blokzijl is het nu net laagwater geworden en blijf ik voor anker liggen tot het weer hoog water is. Kan het stadje vanaf de boot nu rustig schetsen. De Zuiderzee voor Blokzijl heeft veel zandbanken en de geul naar de haven is ook erg smal, dus wij wachten maar op de vloed. Heb nog een stuk brood, alleen moet ik er een stuk schimmel afsnijden, zo die is weer eetbaar.

Grote Kerk
Lig nu in de haven van dit mooie stadje, wil een schets maken van de Grote Kerk die inderdaad erg groot is in verhouding met de omvang van het dorp. De haven is veel gebruikt door de turfschippers, die van uit de Weerribben het veen naar Amsterdam vervoerden. De geveltjes doen veel denken aan de grachtenpanden in Amsterdam. Het is 3 uur geweest en ik loop wat langs de kade, er loopt een vrouw langs de kade, die turf aan mij probeert te slijten, haar haar is goudblond en haar ogen zijn net zo blauw als de lucht. Als ik naar haar naam vraag zegt ze: ik heet Sietske, dochter van Siebren Siegersma, turfschipper. Ik koop een mand turf voor het vuurduveltje en kijk Sietske na als zij weer aan boord gaat bij haar vader.

De Sluis
Lig nu in de sluis van Blokzijl. Ik moet wachten op de sluiswachter, want die is net aan het eten. Zo, nu kan ik rustig een schetsje maken van de sluiskom en van mijn oude schuit. Wil paling vissen in de Weerribben.

Domineeswal
Als ik weer voor de sluis lig, maar dan aan de kant van de Weerribben, schets ik nog de Domineeswal, het woord wal is wel van toepassing hier. Het hele blok ligt ook op een wal. Onderweg hier naar de sluis kwam ik turfschipper Siebren nog tegen en heb hem nog een emmertje paling gegeven, daar was hij blij mee. Morgen wil ik weer verder naar Schokland, het eiland in de Zuiderzee.